LADEN

Typ om te zoeken

Uncategorized

Chronische vermoeidheid bij een burn-out

Redactie 29 april 2021
Share

Regelmatig geven mensen aan chronisch moe te zijn na het hebben van een burn-out. Niet slechts één jaar, maar soms zelfs meerdere jaren. Na lange tijd wordt de vermoeidheid vaak niet meer toegeschreven aan de burn-out van jaren geleden. Veel mensen gaan dan opnieuw op zoek naar een mogelijk oorzaak, zoals een tekort aan vitamine of mineralen in het bloed. Na veel testen in het ziekenhuis komt er regelmatig geen vitamine tekort of een andere biomedische oorzaak naar voren. Toch blijft de chronische vermoeidheid aanwezig, waardoor er diagnoses als fibromyalgie, chronisch vermoeidheidsyndroom of Myalgische encefalomyelitis worden gesteld. Ongeacht de diagnose blijft de burn-out van jaren eerder wel degelijk de grootste oorzaak van de chronische vermoeidheid.

Veel processen in het lichaam spelen zich onbewust af. Denk aan bloeddruk, hartslag, temperatuurregeling, haargroei, spijsvertering en het immuunsysteem. Deze processen worden aangestuurd door ons zenuwstelsel, wat werkt als een balans. Aan de ene kant van de balans verbruiken we energie om in beweging te komen (het gaspedaal); aan de andere klant van de balans komen we tot rust en herstelt het lichaam (het rempedaal).

Als we terugdenken aan de periode voorafgaand aan de burn-out, dan is een verstoring van de balans een belangrijke oorzaak voor het ontstaan van de burn-out. Presteren op 120% van je kunnen, zowel op werkgebied als in privé,  zorgt ervoor dat de energievoorraad in je lichaam steeds leger raakt. Uiteindelijk ben je opgebrand: burn-out.

Er is bij een burn-out geen sprake meer van een beetje vermoeidheid, maar alle cellen in het lichaam zijn uitgeput. Er ontstaan klachten als vermoeidheid, een gevoel van ziek zijn, pijn, geheugen- en concentratieverlies, prikkelbaarheid of stemmingswisselingen. Deze symptomen zorgen ervoor dat je gedwongen genoegen moet nemen met slechts 70% van je kunnen. Het is tijd om het rempedaal weer terug te vinden. Pas dan is er plaats voor rust, opbouw en herstel.